Van koelhuis tot warme bakkerij

In het depot van de voormalige bierbrouwerij De Drie Hoefijzers uit Breda doet het koelhuis sinds vandaag dienst als warme bakkerij. De Haagse Broodbrouwers namen hun intrek in het Gemeentelijke monument in de Rievierenbuurt in Den Haag, waar vanuit ze de open bakkerij en bistro runnen. Braaksma & Roos is betrokken bij de transformatie van het gehele complex, welke bestaat uit een stal, koelhuis en kantoorvilla.

Bier uit Brabant

Het complex is gebouwd pal naast de spoorlijn, waar aan het begin van de twintigste eeuw het Brabantse bier werd aangeleverd en verder werd gedistribueerd. De stevige constructie van het koelhuis is gehouden uit beton, met in de nok een enorme koelbak waarin ijs werd bewaard. Via een slim systeem van kanalen en roosters werd koude lucht gecirculeerd om het bier te koelen. Tot in de jaren 20 werden de fusten met paard en wagen vervoerd naar hotels en cafés in de regio. Toen een aantal jaren later het bier in flessen verscheen werd het koelhuis hierop aangepast met een verlaagde vloer voor een bierkelder. Sinds het  gebouwcomplex in de jaren 60 afgestoten werd heeft het meerdere bestemmingen gekend. Daardoor zijn er ook diverse aanpassingen aan oa het koelhuis gedaan. De vloer werd wederom opgevuld en werd een grote poort aangebracht in de gesloten gevel aan de straatkant.

Een open bakkerij

In het nieuwe ontwerp is de oorspronkelijke kelder weer tot een werkruimte gemaakt, door middel van een nieuwe betonkelder nét boven de aanleg van de originele fundering. Het aanleggen van een nieuwe waterdichte kelder zo dicht lang het spoor en het water was een interessante en ingewikkelde opgave. Door de kelder vloer zo diep mogelijk te plaatsen ontstaan er twee volwaardige en functionele vloerniveaus. De bakkers kneden hun degen en bakken hun broden in de open kelder, terwijl de gasten vanaf de hoger gelegen verdieping van alle werkzaamheden kunnen meegenieten. In de voormalige ijsbak staan nu grote silo’s verbonden aan buizen, het zogeheten ‘bakkersorgel’, die de silo’s met de bakkerij verbindt. Een bijzonder werkinstrument waarmee de bakkers direct kunnen tappen van hun opgeslagen waar in de silo’s. Door de dunne vloeren rondom de ijsbak weg te halen zorgen de dakkappellen voor een prachtige lichtinval door het gehele pand. De grote poort aan de straatkant is verworden tot uitnodigende entree, gematerialiseerd uit staal en glas en licht ’s avonds op als lantaarn voor de bistro. Met uitzicht op de Trekvliet bevindt het terras zich aan deze straatzijde van het gebouw, en verbindt het met de buurt en de stad. Ook het karakteriserende hekje op het dak is naar historisch beeld gereconstrueerd en teruggeplaatst.