Wie de Berg en Dalseweg in Nijmegen in rijdt, ziet al snel het voormalig Canisius College; een voormalig katholieke hogere burgerschool en gymnasium maar vooral een imposant rijksmonument. In 2017 verscheen het pand op de markt en werd het Nijmeegse college met z’n iconische bibliotheek gekocht door Kroot & Partners Vastgoed en tB investments. Braaksma & Roos Architectenbureau kreeg de opdracht om in samenwerking met architectenburo Frans van Roy het indrukwekkende gebouw nieuw leven in te blazen. In het hoofdgebouw zullen nieuwe woningen voor starters en young professionals gerealiseerd worden. Ook wordt de sprookjesachtige bibliotheek, die niet onder doet voor die van het Rijksmuseum, apart ontsloten met een eigen entree. De uitvoerende werkzaamheden voor de transformatie van het Canisius in Nijmegen zijn inmiddels gestart.
Canisius Nijmegen wonen in een parel in nijmegen
de opgave
van gesloten instituut tot woon-werkgebouw
Het Canisius college is een begrip in Nijmegen. Iedereen kent het, maar slechts weinigen zijn er ooit binnen geweest. Als opleidingsinstituut voor de katholieke elite van Nederland was het een gesloten bastion, een bijna mythische enclave. Nu is het tijd om dit gebouw te ontsluiten. De wens van de opdrachtgever is enerzijds het monument gereed maken als veelzijdig woongebouw voor starters en young professionals. Anderzijds moeten de parels – de bijzondere ruimtes van het gebouw – toegankelijk gemaakt worden voor publieke functies zoals kleinschalige horeca en flexkantoren. De grootste opgave schuilt in het vinden van manieren om het kleurrijke verhaal van het gebouw opnieuw te activeren en te verbinden met de stad.
Een duurzaam monument
Een tweede interessante uitdaging is de verduurzaming van het gebouw. Allereerst wordt het gebouw gasloos – het zal verwarmd worden met een eigen geothermische bron. Ook zullen er zonnepanelen geplaatst worden op de platte daken. Verder wordt een uitstekende energieprestatie nagestreefd.
analyse
Hiërarchische onderwijsmachine
Het imposante rijksmonument is ontworpen in Hollandse neorenaissance stijl door architect Nicolaas Molenaar. Van 1900 tot ca. 1970 diende het als katholieke hogere burgerschool en gymnasium voor zowel interne als externe leerlingen. Het gebouw was opgebouwd als een rigide onderwijsmachine die controle en beheersing van de leerlingen als uitgangspunt had. Aan de straatkant had het langgerekte college een indrukwekkende symmetrische façade, representatief voor het publiek dat veelal afkomstig was uit de katholieke bovenlaag van de maatschappij. Aan de achterzijde van het gebouw grensden drie vleugels met daartussenin twee hoven. De hiërarchie is hier duidelijk afleesbaar. Waar de leerlingen slechts een sober hof hadden was het hof voor de paters rijkelijk vormgegeven en had zelfs een botanische tuin. Ook in de afwerking van het interieur is de hiërarchie duidelijk: de hal en de begane grond zijn veel representatiever en met meer detail afgewerkt dan de vertrekken op de hogere verdiepingen.
tucht en orde
Er heerste tucht en orde en op de gangen was het stil. Ieder stukje van het gebouw was met zorg ontworpen zodat nergens dode hoeken ontstonden, met een symbolische kruisstructuur. In het grootste gedeelte van het complex mocht je als scholier niet komen, laat staan zonder begeleiding rondzwerven. Slechts in twee kamers gelegen boven de kapel mochten de teugels gevierd worden en vertellen de muren nog het verhaal van de oude bewoners. De namen die daar in de muren zijn gekrast zijn de getuigenis van de vele generaties die hier hun voetstappen hebben liggen.
sloop
Tijdens de jaren ’90 is een groot deel van het gebouw gesloopt waarna alleen de prominente voorzijde is overgebleven. Doordat de achterliggende vleugels verwijderd zijn, is een ‘wond’ ontstaan op de achtergevel. Bovendien is de verbinding met de omgeving en de hiërarchie van de hoven en galerijen daardoor verdwenen.
visie
ruimte voor de parels
In de monumentale voorbouw die vandaag de dag nog over is, zijn de indrukwekkende bibliotheek, ontvangstzaal, entreehal, kapel en beide galerijen nog aanwezig. Deze ‘parels’ worden gekoesterd, gerestaureerd en toegankelijk gemaakt voor een groter publiek. Dichttimmering wordt verwijderd zodat daglicht weer door het gebouw kan stromen. De originele kruisverbinding in de foyer wordt opnieuw de centrale spil in het gebouw en verbindt de verschillende functies en bewoners, binnen en buiten. De door de jaren dichtgeslibde gangen worden opengebroken en hersteld als logistieke aderen van het gebouw. Deze rijgen de ‘parels’ aan elkaar. Na de herbestemming kunnen Nijmegenaren lunchen in de ontvangsthal, afhankelijk van de toekomstige huurders van de bijzondere ruimtes.
verbinding met de omgeving
De zichtbare ‘wonden’ ter plaatse van de slooplijn die veroorzaakt zijn door de ruwe ingreep van de jaren ’80 en ’90 worden omgezet in een nieuwe achtergevel. De oorspronkelijke verbinding met de omgeving wordt hersteld door collectieve buitenruimtes te creëren waar de originele hoven gesitueerd waren.