Een boerendorp als camouflage: azc Gilze
Kleine huisjes, kronkelende bospaadjes, greppeltjes en bruggetjes – het complex Prinsenbosch in Gilze Rijen ziet er op het eerste gezicht niet uit als een militaire basis. Maar toch heeft de Duitse bezetter het in 1940 voor deze functie gebouwd. De ruim 70 kazernegebouwen werden in een schijnbaar willekeurige positionering aangelegd in de vorm en architectuur van een boerendorp, als camouflage en bescherming tegen de vijandige partij. Bijna alle gebouwen op het terrein zijn rijksmonumenten. Braaksma & Roos Architectenbureau is ingeschakeld voor de restauratie en transformatie tot het nieuwe gebruik; het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft hier een opvanglocatie gevestigd voor bijna 1200 bewoners. De locatie wordt geschikt gemaakt voor prettig wonen voor gezinnen en wordt flexibeler in het gebruik.
Inmiddels is de tweede fase van het project is in uitvoering, fase 3 is ingediend en we staan op het punt om fase 4 in te dienen voor het vergunningstraject. In deze vier bouwfases worden de circa 42 voormalige logiesgebouwen en loodsen aan de zuidzijde van het terrein herontwikkeld tot opvang met hedendaagse faciliteiten. Het uitgangspunt is altijd een zo efficiënt mogelijke omgang met overheidsmiddelen.
Heimatschutz architectuur
Prinsenbosch is een bijzonder voorbeeld van Heimatschutz architectuur. Uitgangspunten van deze architectuurbeweging waren een traditionele, lokale bouwstijl die zich afzette tegen het eclecticisme uit de negentiende eeuw en die de architectuur wilde bevrijden van uitheemse invloeden. De gebouwen in Prinsenbosch hebben een overwegend landelijk uiterlijk, als een gewoon Nederlands dorpje. Een dergelijke camouflage-aanpak was voor de Duitsers niet ongewoon; onder andere in Enschede, Den Haag, Leeuwarden, Eindhoven en Vught hebben militaire gebouwen een vergelijkbaar landelijk uiterlijk. Het complex Prinsenbosch hoort samen met de vliegbasis Twenthe tot de meest compleet bewaarde hiervan. En de Duitse camouflage-tactiek bleek effectief: de gebouwen hebben tijdens de oorlog geen noemenswaardige beschadiging opgelopen. Ook de ogenschijnlijk willekeurige aanleg van het complex heeft hiermee te maken. Wat ligging en oriëntatie betreft lijkt er tussen de verschillende gebouwen geen onderling verband te bestaan.
Boerderijen met kernen van beton
Kenmerkend van de bebouwing is de opzet met slechts één bouwlaag: de begane grond en een zadeldak. De gevels zijn opgebouwd uit bakstenen, maar daaronder gaat niets minder dan een inslagveilige betonnen kern schuil. De luiken die voor de ramen hebben gezeten zijn helaas nagenoeg verdwenen.
Op het terrein staan verschillende typen gebouwen: legeringsgebouwen en magazijnen in een type dat meerdere keren voorkomt en unieke grotere gebouwen die slechts één keer voorkomen zoals de kegelbaan, het badhuis en een overgebleven kolenhok.
Een veilig tussenstation
Braaksma & Roos Architectenbureau heeft de opdracht gekregen om het complex beter te laten aansluiten bij het veranderend gebruik. Hierbij zijn wij uitgegaan van het zoveel mogelijk behouden van de karakteristieke architectuur van het exterieur van de bestaande bebouwing, maar de industriële materialen die gebruikt zijn contrasteren mooi met de historiserende Heimatschutz architectuur. Het interieur, de (brand)veiligheid en de installaties worden gemoderniseerd naar de huidige maatstaven. De gebouwen worden lichter, flexibeler ingedeeld en opgesplitst in kleinere eenheden. De kapverdieping van de gebouwen wordt officieel bewoonbaar, met hedendaagse dakkappellen, en de units krijgen ieder een eigen voordeur, wat de privacy zal verbeteren. Bovendien krijgen de gebouwen een eigen keuken. De uitstraling van de panden en van het gehele ensemble als geheel blijft behouden, maar door het vergroten (of toevoegen) van ramen en het verbeteren van de indeling zal het voor de bewoners aangenamer aanvoelen.
Al met al een hele ingreep en een logistiek huzarenstukje aangezien er bijna 1200 bewoners op het terrein blijven tijdens de werkzaamheden.
Het landschap
De bebouwing van de voormalige kazerne Prinsenbosch Gilze Rijen ligt aan de rand van het bos op de overgang naar het open veld. Het terrein van maar liefst 28 hectare, dat van oudsher deel uitmaakte van de woeste Chaamse heidegronden, werd vanaf het einde van de negentiende eeuw beplant als productiebos. De huidige omgeving mist overzichtelijkheid en leesbaarheid. In samenwerking met Marlies van Diest landschapsarchitecten werken wij aan het oplossen van deze landschappelijke uitdagingen, door ‘leefzones’ te creëren rondom de gebouwen in het dichtgegroeide bos. Zo wordt het karakter van afwisselende openheid en geslotenheid van het terrein versterkt en worden de verblijfsgebouwen als het ware extra uitgelicht. Bovendien plaatsen we bij de hoofdtoegang tot elk gebouw herkenbare gebouwaanduiding.
Ook aan de vleermuizen is gedacht: zij krijgen hun eigen verblijf om te overwinteren in de voormalige munitiebunker!